Wat past bij een schrijver?

Ik zit voor mijn laptop en sta op het punt om te beginnen
met schrijven. Maar wacht, op de tafel liggen nog een paar potloden die ik niet
opgeruimd heb. De stapel papier naast mij ligt schuin, die leg ik eerst netjes.
Ik heb veel te veel tabbladen open op Chrome, even wat wegklikken.

Zo, nu kan ik gaan schrijven.

Een vooroordeel dat ik wel eens gehoord heb, is dat creatievelingen
chaotisch of ongestructureerd zijn. Nou, als er twee woorden niet bij mij
passen, dan zijn het chaotisch en ongestructureerd.

Tijdens het schrijven van “Legende van de Alcracht” had
ik twee vaste typmomenten: vrijdagavond en zondagochtend. Natuurlijk waren dit
niet de enige dagen waarop ik schreef, maar ik hield mij wel vrij strak aan
deze momenten om elke week aandacht te besteden aan mijn boek. Dat ik op sommige
vrijdagavonden niet achter mijn laptop kroop omdat ik ook nog een sociaal leven
heb, gebeurde natuurlijk ook wel eens.

De vaste schrijfmomenten vond ik heel prettig, evenals ik
een opgeruimde schrijfplek prettig vond. Ik wist gewoon: op vrijdag en zondag
ga ik mij volledig op mijn verhaal storten. Dan kan niets of niemand mij storen
en is mijn aandacht volledig gericht op het verhaal. Soms waren er vrijdagen of
zondagen dat ik even niet wist hoe ik verder moest met een bepaald hoofdstuk.
Maar dan ging ik toch door met typen. Uiteindelijk was ik vaak heel tevreden met
wat ik geschreven had.

Met andere woorden, ook creatievelingen zijn heel divers
in hun manier van werken (het zijn net mensen). De een typt wanneer het hem
uitkomt of wanneer hij inspiratie heeft, de ander heeft vaste schrijfmomenten.
Alles is goed. Zolang de manier van schrijven maar bij jezelf past.

Twitter Facebook LinkedIn Volgen