Extra hoofdstuk: De ontmoeting tussen de beer en het meisje

Dit is een extra scène die niet in het boek voorkomt, maar die ik oorspronkelijk wel voor het verhaal geschreven had. Het speelt zich af in het begin van Starres huidige Leven, en vertelt hoe Knuffie Starre als baby vond bij de rivier in het Aardlijke Bos.

___________________________________________________________________________________________________________________

De beer en het meisje

Dauwdruppels gleden via de hoogste en eeuwenoude basten de zompige grond in. Eén druppel viel door de bladeren heen en landde met een kleine ploep op een grote snuit. Een lange tong likte de druppel weg. Vervolgens wees de snuit snuivend naar boven, benieuwd of nog een druppel het waagde zijn rust te
verstoren.

De lichtgrijze beer schudde zijn kop en sjokte langzaam weg, zijn snuivende snuit achterna. Hij was net wakker
geworden van een heerlijk lange winterslaap waarvan hij het ontwaken zo lang mogelijk had uitgesteld. Nu de bloesem weer verscheen en vogels liederen over het nieuwe leven floten, werd het echt tijd om wakker te worden en op zoek te gaan naar voedsel.

Hij besloot om eerst te gaan drinken bij de rivier. Met zijn ogen nog half dicht van de slaap, kwam hij op zijn
sterke vier poten in beweging. Hij kende de weg naar de rivier maar al te goed. Iedere herfst hield hij zijn winterslaap in hetzelfde hol in de buurt van dezelfde rivier.

Met gemak sloeg hij wat takken opzij. Daarna baande hij zich een weg door het riet om de plek te
bereiken waar hij altijd zijn dorst leste. Zijn snuit raakte bijna het wateroppervlak toen hij een vreemd geluid hoorde. Een onbekend geluid waarvan hij instinctief wist dat het hier niet thuishoorde. Het klonk als het huilen van een jong dier, hoewel hij geen idee had welk dier dit in vredesnaam kon zijn.

Het geluid klonk afgrijselijk. De beer gromde en liep naar de plek waar volgens zijn platgedrukte oren het geluid vandaan kwam. Een eindje verderop ging het rietgewas ritselend heen en weer. De beer stak zijn kop door het riet en zag erachter een rond, komvormig object liggen. In dat object lag een vreemd dier te kronkelen met zijn kleine lichaam. De mond van het roze wezen was wijd opengesperd. Het had geen tanden of klauwen en leek ook geen vacht te hebben, behalve bovenop zijn kop, waar lichtblonde plukjes uit kwamen. Het had zijn ogen stijf dicht terwijl het maaide met zijn kleine poten en krijste alsof zijn leven ervan af hing.

Behoedzaam kroop de beer dichterbij. Wat had hij te vrezen voor dit scharminkel? Toch wilde hij het onbekende dier voorzichtig benaderen.

Het vreemde wezen had niet in de gaten dat de beer naderde. Totdat hij zijn kop erboven hield. Het ding sperde zijn ogen open en hield abrupt op met huilen en kronkelen. Grote, blauwe ogen keken hem verbaasd aan. Even verbaasd staarde de beer terug. Toen hief zij – ineens wist de beer zeker dat het een meisje was- een voorpoot naar hem op. Hij bracht zijn snuit naar haar voorpoot en raakte een kleine vingertop zachtjes aan.

Plotseling was zij voor hem geen vreemd scharminkel meer. Ze slaakte een zacht kreetje, alsof zij hem ook herkende. Ze sloot haar ogen, legde haar voorpoten naast haar neer en viel in slaap. Haar buikje ging ritmisch op en neer.

Een zachte wind liet het riet ritselen en bracht golfjes in het water. ‘Jullie zijn met elkaar herenigd,’ fluisterde een stem, die met de wind mee leek te komen. ‘Zorg goed voor haar. Jij hebt haar al vaak opgevoed,
telkens in een ander Leven. Ik wil je vragen om dit nu ook te doen.’

‘Ja, ik heb op haar gewacht.’ De beer hield meteen daarna zijn mond, verbaasd om de klanken en vormen die hij met zijn mond gemaakt had. Dit klonk helemaal niet als de manier waarop hij normaal gesproken communiceerde. Toch voelde het, net als het kleine wezen dat voor hem op de grond lag, op een vreemde manier vertrouwd.

Daarna deed hij nog iets wat hem verbaasde. Hij richtte zich op, zodat hij met alleen zijn achterpoten op de grond stond. Dit was niet raar; hij deed dit vaker om een bes in de bomen te pakken of om zijn kracht te meten met andere beren. Het moment waarop hij koos om dit te doen, was echter uiterst merkwaardig. Even vroeg hij zich af wat hem bewogen had om op zijn achterpoten te gaan staan. Al snel besloot hij dat iets anders nu veel belangrijker was: zorgen dat het meisje in veiligheid gebracht werd. Voorzichtig pakte hij haar op en drukte haar zachtjes tegen zijn vacht aan. Met een nagel veegde hij een blond plukje voor haar ogen weg. Hij glimlachte- ook al een vreemde beweging van zijn mond. Vervolgens begon hij hardop te lachen: een vrolijk gebrul dat alle vogels in de buurt geschrokken lieten opvliegen. Hij wist het weer. Hij had een naam, een naam die ooit geschonken was door het meisje dat nu in zijn armen lag.

‘Knuffie.’ Hij sprak zijn naam met een tevreden brom uit. ‘Mijn naam is Knuffie.’ Hij lachte weer, en keek met een
blik vol liefde naar het meisje. ‘Wat ben ik blij om jou te zien, Starre. Kom, we gaan.’

Op zijn twee achterpoten liep hij met haar weg, weg van de rivier, van het hol en van het leven dat hij als een
normale beer gehad had.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Reacties

Heel mooi, ik vroeg mij al af hoe Knuffie en Starre elkaar ontmoet hadden!
Topfan, op 25-06-19
Een mooi verhaal Esther.
Het zou inderdaad ook een mooi begin van je boek hebben kunnen zijn.
Het verwondert mij altijd weer hoe mooi je details kunt beschrijven.
Tante Marlies., op 30-06-19

Extra hoofdstuk: De ontmoeting tussen de beer en het meisje

Extra verhaal: De Chaos in de spiegels 1

Een paar wistjedatjes

Extra fragment: De reuself en het meisje

Deel twee op komst!

'Juf, mogen wij een verhaal schrijven?'